Vanaf Lochcarron rijden we naar het Noorden en volgen
daarvoor in grote lijn de Wester Ross Coastroute. Die voert door een
adembenemend mooi landschap, dat steeds ruiger wordt, naarmate we noordelijker
komen. Gedeeltelijk is de weg single-track, dat betekent dat je tegenliggers
alleen kunt passeren op zogenoemde passingplaces. Gelukkig zie je ze meestal al
van verre aankomen en dan hangt het van ieders beleefdheid af wie er het eerst
bij zo’n passingplace stopt en wacht totdat de tegenligger er is. En veel
Schotten blijken heel beleefd. Maar het is duidelijk: deze route kost tijd.
Het
is hier uiterst dunbevolkt, zo nu en dan is er een kleine klontering van wat
huizen en dat heet dan een plaatsje. De weg voert langs bergen en meren en zo nu en dan langs
zee. Steeds hebben we prachtige gezichten op de Hooglanden.
Bij Benn Eighe, net
voorbij Kinlochewe maken we vanaf een
parkeerterrein een mooie wandeling (de Woodlandtrail) met al klimmend een fraai
gezicht op Loch Mooree. Volgens de Schotten zelf is dit het mooiste meer van
Schotland. Het is in ieder geval geheel ongerept, zonder visvangst of bosbouw.
Voorbij Gairlach stoppen we om de Ivarewe Gardens te bezoeken. In 1860 is een
rijke, jonge Schot hier begonnen op de kale rotsen een tuin aan te leggen. De
tuin ligt beschut aan een inham en heden ten dage groeien er rododendrons, azalea’s
en magnolia’s, al zitten we hier op dezelfde breedtegraad als Sint
Petersburg!
Even verderop vinden we een
kampeerplekje op Gruinard Bay Caravanpark. Ook nu weer staan we eerste rang,
met zicht op zee. De eenvoudige camping ligt vlak naast de begraafplaats, dat
dan weer wel.
Alsof het zo hoort, blijft het weer zonnig en zo rijden we
door en langs de steeds hoger en kaler wordende bergen naar de kloof van
Gaeshalloch. Via een hangbrug kunnen we een korte wandeling langs en over de
kloof maken en 45 meter naar beneden kijken!
Ullapool is voor deze contreien een wat grotere plaats. Daar
doen we boodschappen en lopen we rond. Gezien het mooie weer besluiten we de
gehele route naar het Noorden te rijden, tot in Durness toe. Een aardig Brits
meisje in de trein bij Fort William heeft deze route ten zeerste aangeraden .
En niet voor niets, zo blijkt al gauw. Het landschap met zijn hoge, ruige
bergen is indrukwekkend. Veel auto’s komen we niet tegen en kilometerslang
lijken de enige levende zielen de schapen op de hellingen.
Voor de nacht houden
we halt bij de camping in Scourie. Lang zijn de nachten hier overigens niet. Op
deze breedtegraad van 58 graden en 22
minuten is het in deze tijd van het jaar ’s avonds om 11 uur nog licht en ’s
morgens heel vroeg ook al weer.
Een dag later hebben de stormen, die Zuid-Schotland al
eerder teisterden ook ons in het Noorden bereikt. Zo staan we met wapperende
haren, dikt ingepakt in laagjes, trui, fleecvest en jas bij Faraid head, in het
Noord-Westen van Durness. We zouden graag de puffins (papegaaiduikers) zien,
die hier op de kliffen moeten huizen. Dat vergt echter een wandeling van 2 tot
3 uur over strand en door duinen naar het uiterste puntje. Met deze storm zien
we dat niet echt zitten en met spijt in het hart, zien we er vanaf. We troosten
ons met warme chocolade in de nabijgeleden chocoladefabriek.
Onder het dreigende wolkendek rijden we verder de noordkust
af. Dat betekent na alle bergen van de vorige dagen een wisseling van
landschap. Nu rijden we eerst langs hoge kliffen en na Tongue door een veel
vlakker landschap met steeds zicht op
weer andere baaien en inhammen, vaak met zandstrandjes. Een korte stop in
Bettyhill leert ons over de verdrijving van arme pachters in het begin van de
19e eeuw. Vele gezinnen moesten hun armoedige huisjes uit en elders
een bestaan opbouwen, omdat de landeigenaren het land nodig hadden voor het
fokken van schapen.
In Dunnethead komen we op het Noordelijkst gelegen punt van
het Britse vasteland. De witte vuurtoren staat op 58 graden, 40 minuten en 15
seconden Noorderbreedte. De zee is hier vaak heel woest maar dat valt vandaag,
ondanks de wind, erg mee.
We eindigen de dag in John O’Goats, het meest
Noord-Oostelijke puntje van Schotland. Weer ligt de camping aan zee en weer
hebben we zicht op nog weer verder weg gelegen eilanden. De Orkney’s zijn het
deze keer.
De hele tocht omhoog langs de Westkust en langs de Noordkust
naar John O’Goats was vanaf Lochcarron ongeveer 440 kilometer in drie dagen.
.
Wij zitten nu ook met de camper in Gairloch. Een gelegenheid om jullie te danken voor jullie reisverhaal en foto's. We haalden er veel informatie en inspiratie uit voor onze zwerftocht door Schotland en konden zo, onderweg, onze door tijdsgebrek ontoereikende voorbereiding grotendeels compenseren.
BeantwoordenVerwijderenKris en Annemie Merckx-Mels, Antwerpen, België. Juli 2014.
Fijn dat jullie ook een mooie reis door Schotland maken. We vonden het destijds een prachtig land.
BeantwoordenVerwijderenVoor wat betreft ons verslag: we proberen ons blog tijdens de reis zo informatief mogelijk en tegelijkertijd niet te uitgebreid te maken, opdat zowel onze naasten wat we doen als anderen er wat aan hebben.
Wij hadden er beslist wat aan.
BeantwoordenVerwijderen